Overslaan en naar de inhoud gaan

Van A naar B zonder CO2?

7 minuten
Afbeelding
koeienfoto frankrijk

Als deze nieuwsbrief uitkomt ben ik weer thuis na een hopelijk heerlijke vakantie in Frankrijk. Tijdens het plannen van deze reis vroeg ik me natuurlijk af: hoe kom ik daar zo duurzaam mogelijk? En hoe duurzaam is deze vakantie überhaupt?

In mijn leven heb ik opgeteld al vaak gebruik gemaakt van deelplatforms en dergelijke om mijn ‘trap van troep’ zo schoon mogelijk te vegen. Ik probeer serieus te ontgroeien en heb er aardigheid in om te kijken hoe ik dat in alle facetten van mijn leven vorm kan geven. 

Zo leen ik spullen via Peerby, leen ik mijn autootje uit via Snappcar, ben ik lid van Vrienden op de fiets, en heb ik een voorkeur voor openbaar vervoer. Recent heb ik na het missen van de laatste bus naar huis een Uber-taxi gebeld. Langer geleden heb ik gelift, lifters meegenomen en overnachtingen via Airbnb geboekt. Toen de kinderen klein waren wilden we graag op vakantie beschikken over warm water en een wasmachine, en hebben we huizenruil gedaan met familie. In de stad waar ik woon doen de Witte Fietsen van het park Hoge Veluwe denken aan oude idealen en hoe lang er al pogingen zijn om een deeleconomie van de grond te krijgen. Kortom: delen is logisch en al heel oud. Wel nieuw is dat het delen nu vaker wordt gefaciliteerd met een digitaal platform, wat het makkelijker en professioneler maakt.

Van eigendom naar gebruik

Wil je eigenlijk een wasmachine om te bezitten, of wil je graag jouw kleding kunnen wassen? Of zelfs dat niet eens: uiteindelijk wil je waarschijnlijk schone was. Zo wordt het rationale achter de deeleconomie meestal voorgespiegeld voordat die gekaapt wordt door bedrijven met lease-achtige verdienmodellen. Voor mijn vakantie geldt dit zeker. Ik wil geen bezit, ik wil aankomen op mijn bestemming en het milieu zo min mogelijk belasten.

Door omstandigheden ga ik dit keer voor het eerst alleen op vakantie. Ik mag in het huis van een vriend verblijven, in de buurt van Limoges (Frankrijk).

Het is nog buiten het seizoen en ik maak gebruik van iets (een huis) dat er al is. De essentie van een deeleconomie is het beter gebruiken van bestaande middelen en producten. Dat vermindert de ecologische voetafdruk. De vriend hoeft er geen geld voor en ik doe er een paar klusjes, zoals de tuin bijhouden. Het huis is in het hoogseizoen een magische bijenkast, een komen en gaan van zijn vrienden en familie. Het is ook duidelijk dat de deeleconomie een sociaal aspect heeft.

Natuurlijk bof ik dat ik zo iemand in mijn netwerk heb, maar in toenemende mate kunnen dit type lenen en gebruiken ook gerealiseerd worden via digitale platforms. Zo kun je oppassen op huizen en huisdieren, huizenruil en dergelijke op een veilige ‘geverifieerde’ manier organiseren.

Dan het vervoer

Vanwege een eerdere reis ben ik bekend met de Flixbus, een door een bedrijf gerund netwerk van intercity bussen. Via de app zie ik dat ik zo’n 4x per dag van Arnhem naar Limoges kan afreizen. Voor € 45,- ben ik in Limoges, 900 kilometer verder. Alleen al de tol (Péage) in Frankrijk (door de overheid in concessie aan private partijen uitbesteed) kost hetzelfde als ik zelf met de auto ga. De trein kost volgens internet zo’n € 180,- (bij vroegboeken).

Via de app van BlablaCar heb ik een lift geboekt die mooi aansluit bij de bus, vertrekt vanuit Limoges en mij op 3 kilometer van mijn bestemming afzet. BlablaCar voldoet aan veel eigenschappen van de deeleconomie: de auto wordt beter benut, en de kosten worden gedeeld, daar profiteren we beiden van. Ik betaal voor de lift € 6,- Ook BlaBlaCar is een privaat bedrijf dat goed draait dankzij de financiële steun van TotalEnergies dat geld uitbetaalt voor elke rit en daarmee energiebesparingscertificaten koopt. Kennelijk is mijn gedeelde autorit een oplossing voor een energie/oliebedrijf, want die mag mijn verminderde uitstoot (ik ga niet zelf met een auto) opkopen en als milieu-verduurzamingsmaatregel voor het oliebedrijf tellen.

Na de BlaBlaCar word ik opgehaald met een elektrische auto, voor de laatste 3 kilometers door mijn dochter, die al in het huis verblijft. Het is fijn dat haar gezin met de auto is, want bijvoorbeeld de bakker ligt 3 kilometer verderop. 
Na 20 uur reizen kom ik aan, dankzij een overstap in Parijs waar ik 3,5 uur op moest wachten. Tot mijn eigen verrassing niet doodmoe, maar fit en uitgerust.

Als ik dit schrijf ben ik nog niet terug. Ik heb een enkele reis geboekt. Ik wil de vrijheid houden om via een paar daagjes Parijs terug te gaan. Last minute vervoer met de Flixbus is een stuk prijziger, dynamische tarieven maken de reis duurder als een beschikbare plek schaarser wordt. Als ik vandaag nog wil boeken en morgen dezelfde reis wil ondernemen, betaal ik 75 of 91 euro, afhankelijk van de vertrektijd die ik kies, maar € 175,- kan ook.
In overleg met mijn dochter besluit ik tenslotte dat ik met haar mee terug rijd naar Arnhem. Parijs is in de ban van de Olympische Spelen, en daar zit ik niet op te wachten.

Als ik kijk naar het vervoer, dan ga ik voor ongeveer € 51,- naar mijn vakantiebestemming, 900 kilometer van Arnhem, in de prachtige Creuse. Ik schat mijn consumptief verbruik in Frankrijk niet anders in dan mijn verbruik in Arnhem. De terugreis delen we de kosten van de elektrische auto, Péage en Kilowatts, 50% voor mij is ongeveer € 55,-.

Andere (CO2-)cijfers

Mijn heenreis: een bus, tram of metro stoot volgens Milieucentraal 96 gram CO2 per reizigerskilometer uit, voor deze enkele reis dus 86,4 kilo CO2.

Een elektrische trein stoot 17 gram CO2 per reizigerskilometer uit volgens Milieucentraal (op de NS-site rekenen ze met 2 gram per kilometer), voor deze reis dus 15,3 kilogram CO2. In euro’s schat de NS de kosten van de treinreis zo’n € 246,-, maar op enkele trajecten is er ook sprake van dynamische tarieven, of korting in daluren of bij vroeg boeken.

Een elektrische auto stoot 54 gram, dus 48,6 kg CO2 uit (mijn terugreis). Volgens de NS reisvergelijker kost dat (met afschrijving etc. erbij geteld) in euro’s zo’n € 175,- exclusief de Péage. Maar ze gaan toch en ik rijd mee. Daarbij is de uitstoot per auto-kilometer, en dus deel ik die door 3, dat maakt de uitstoot van (elektrische) auto-delen met 3 personen vrijwel vergelijkbaar met de trein-uitstoot.

Kortom: Als ik met de trein zou reizen zou ik 33 kilo CO2 minder uitstoten dan met de bus, en dat is dan voor een enkeltje. Oei, ik dacht dat ik goed bezig was met deze reis, maar het kan dus beter, maar daar betaal ik dan fors voor (wat vreemd dat een van de meest duurzame vormen van reizen ook het duurst is!). Voor mij persoonlijk lijken de officiële rekennormen hoog uit te vallen. Ik rijd mee met een auto die toch al rijdt, ik veroorzaak nauwelijks extra uitstoot en kosten op de terugweg.

Wat blijft knagen is of ik met het gebruik van die Flixbus en BlaBlaCar het openbaar vervoer schaad. Blijven zij met de onrendabele lijnen achter? Plukken de commerciëlen de krenten uit de pap? Zijn dit soort bedrijven een bedreiging voor goed en betaalbaar openbaar vervoer?

Enne… dan heb ik het dus alleen maar gehad over de CO2-uitstoot van mijn reis…

Maarten Steverink, goedwillende burger