De gulle gever
Moet je asociaal zijn om rijk te zijn? Ik zal maar direct mijn opvatting delen, ik denk van wel. Hoe kun je rust hebben met een groot vermogen in jouw bezit als je kijkt naar hoe anderen het moeten doen met vrijwel niets? Lastig, het is toch ook fijn om bijvoorbeeld voor jouw kinderen bijlessen te kunnen regelen, en ze met een gift en familiebanklening aan een huis te helpen in deze barre tijden, zodat ook jouw kroost later kan zeggen dat ze zichzelf succesvol door het leven hebben gewerkt en de rijkdom echt aan zichzelf te danken hebben. Mocht de schrijnende tegenstelling tussen de ‘have’s and the have nots' knagen aan het geweten, dan moeten we, als we ons een houding willen geven en onze gemoedsrust willen houden, ons gedrag ofwel onze gedachten aanpassen. Een fascinerend filmpje (2,5 minuut) met kinderen laat dat ongemak mooi zien. Het is dan makkelijker onze gedachten en opvattingen over welvaartsverschillen aan te passen dan ons gedrag. En zo bedenken we een reden waarom het logisch en ethisch is dat een advocaat op de Zuidas die rijken helpt met belasting ontwijken, 35 keer meer verdient dan de huishoudelijke hulp die zijn huis poetst.
Ook helpt het, als je succesvol wilt zijn, om met ellebogen te werken, wat te manipuleren, anderen aan de kant te duwen, en jezelf wat meer in de spotlights te plaatsen.
Je moet tenslotte wel de unieke kwaliteiten, het lef, bijpassende normen en waarden hebben om bijvoorbeeld arbeidsmigranten uit te buiten (zoals Amazon).
Paul Piff, sociaal psycholoog aan de Universiteit van Californië vond in verschillende onderzoeken dat mensen hun eigen succes vooral interpreteren als persoonlijke kwaliteit, en falen relateren aan externe factoren. Zelfs met een overduidelijk oneerlijke startsituatie (spelers kregen meer startgeld bij een spel Monopoly dan hun tegenspelers), meenden de winnaars dat hun succes vooral te danken was aan eigen vaardigheden en strategie. Deze spelers waren kennelijk blind voor de eigen voorrechten. Daarnaast waren er duidelijke psychologische effecten van ongelijkheid en macht: de bevoorrechten werden dominanter en minder empathisch (zelfs bij het spelen van een spelletje Monopoly).
Rijk zijn of worden is in deze neoliberale maatschappij bijna synoniem geworden aan succesvol zijn, en mensen veranderen hun gedachten en ideeën naar de sociale situatie waarin ze zitten (lees als tegengas eens het boek van Tim ‘s Jongers over armoede). Misschien is het wel onethisch dat de een door omstandigheden meer heeft dan de ander. Bernard Arnault, grootaandeelhouder van het bedrijf achter Dior, vindt dat hij met hard werken 200 miljard verdiend heeft. Hij vindt het kennelijk normaal dat illegale immigranten 24 uur per dag in de fabriek moeten blijven en werken voor een inkomen waarbij ze niet over de armoedegrens komen. En zo koopt deze ‘briljante hardwerkende zakenman’ tassen voor € 53 euro in, om die dan te verkopen voor € 2600,- euro (link achter betaalmuur).
Bijzonder is ook dat armen procentueel een groter deel van hun inkomen aan goede doelen schenken dan de rijken. Zou er een door vermogen geïnduceerde verandering van normen en waarden bestaan? Een speciale hersenaandoening die opvattingen en moraal aantast? Of is het andersom? Zijn die minder sociale gedragingen en opvattingen nodig om excessief rijk te kunnen worden.
Niet alle rijken verliezen de geprivilegieerde situatie of de sociale context uit het oog.
‘The Giving Pledge’ is een initiatief uit 2010 van Warren Buffett en Bill en Melinda Gates. Miljardairs beloven daarbij minstens de helft van hun vermogen weg te geven aan goede doelen (Warren Buffet wil 99% van zijn vermogen weggeven, dan houdt hij slechts 1200 miljoen over; het is ook weer niet zo dat de filantropen op een houtje gaan bijten).
Het is wel een inspirerend initiatief dat mensen kan aanzetten tot nadenken over hun eigen rijkdom en moraal (en er zijn meer van dit soort initiatieven, zoals Taxmenow, Millionaires for Humanity of Resource Generation). Dat weggeven kan te maken hebben met de ethische kant van ongelijkheid, maar ook ‘erbij willen horen’, ‘kijk hoe goed ik het doe als miljonair’, of ‘ik wil ook een uitnodiging’.
Dat schenken heeft voor- en nadelen. Met een gulle gift kunnen idealistische projecten (voorbeeld) slagen, openbaar geven heeft een voorbeeldwerking, en goede doelen zijn ermee geholpen. Het is ook fijn om te geven, het levert de gever soms ook status en invloed op, of het sust het geweten.
Maar nadelen zijn er ook: ‘goede doelen’ is een ruim begrip. Gevers schenken om allerlei redenen, soms ook om eigen belangen te behartigen, of om (politieke) invloed te verwerven, of belastingvoordeel te krijgen. Liefdadigheid kan ook verhullen dat beleidsmaatregelen (bijvoorbeeld armoedebeleid) ondermaats zijn, omdat de gevolgen onzichtbaar blijven.
Het geld op een zorgvuldige manier weggeven voor het algemene belang is dus niet makkelijk. De 31-jarige Marlene Engelhorn erfde in 2022 van grootmoeder Marlene (eigenaar van BASF) een deel van haar 4 miljard omvattende vermogen. Daar hoefde ze geen belasting over te betalen, want in Oostenrijk is de erfbelasting in 2008 afgeschaft. 'Ik heb een fortuin geërfd zonder dat ik er iets voor hoefde te doen,’ zei ze. Engelhorn geeft het grootste deel van haar erfenis weg. Een speciale commissie (een soort burgerberaad) heeft een 80-tal goede doelen geselecteerd zoals natuurbescherming, initiatieven op het gebied van klimaat, betaalbare woningen, gezondheid, sociale zaken, onderwijs en integratie.
We zitten nu in een situatie dat de rijksten minder belasting betalen dan de rest en dure adviseurs inhuren om belasting te ontwijken. De belasting op arbeid is procentueel hoger dan de belasting op vermogen, de rijken worden steeds rijker. Zo ontstaat een situatie van grote individuele verschillen in rijkdom en ook private welvaart en publieke armoede. Die groeiende ongelijkheid in een samenleving creëert spanningen, is ruim voldoende aangetoond door onder anderen Piketty en Scheidel.
Dat kan gewoon weer andersom. Inkomstenbelasting, vermogensbelasting en erfbelasting zijn bestaande middelen om ongelijkheid tegen te gaan, onethische stapeling van geld en bezit te voorkomen, en middels democratische controle de maatschappelijke opbrengst van het geld te maximaliseren.
Nogmaals, ben je asociaal als je puissant rijk bent? Ik weet dat de psychologische aanpassingen, nodig om de ongelijkheid in welvaart emotioneel te verdragen, bij deze rijken berusten op algemene psychologische regels die ook voor mij gelden. Maar mensen worden door veel te bezitten niet socialer of aardiger. Te hard oordelen brengt mij (en niemand) verder. Het stapelen van veel geld is individueel misschien fijn, je kunt eindelijk een privévliegtuig kopen, maar maatschappelijk ongewenst. Het willekeurig weggeven van geld is ook problematisch, niet iedereen heeft hetzelfde idee bij goede doelen en democratische controle en zeggenschap ontbreken.
De ontgroei-beweging streeft naar een duurzame, eerlijke samenleving die binnen de planetaire grenzen blijft. Het neoliberale marktdenken werkt ongelijkheid en uitbuiting in de hand, en de upper-class past de waarden en normen weer aan die ongelijkheid aan. Herverdelen van geld, middelen en kansen is nodig om een eerlijke wereld te creëren. Dat herverdelen gaat niet lukken als rijken met hun welvaart aanzien en invloed kopen. Ze vergroten daarmee ook de acceptatie van ongelijkheid. De meest democratische manier om goed te doen met je miljarden, is het aan de overheid over te dragen. Maar beter is het, door bijvoorbeeld eerlijker belastingen, de ongelijkheid niet zover te laten oplopen. Alleen met voldoende belastinginkomsten kan de overheid de verzorgingsstaat en de bestaanszekerheid voor alle inwoners weer herstellen.
Maarten Steverink
Ontgroeier