- Home
- Inspiratie
- Armoede, Gezondheid en Zelfredzaamheid
Armoede, gezondheid en zelfredzaamheid
Afbeelding
Een overdenking aan de hand van respectievelijk een boek (Armoede uitgelegd aan mensen met geld), een advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving en vanuit het perspectief van ontgroei.
Armoede volgens een ervaringsdeskundige
In de herfst van 2023 hield Tim ‘S Jongers, directeur van de Wiardi Beckmanstichting, een presentatie over armoede voor zo’n 50 gemeenteambtenaren. Hij begon met een quizje en vroeg wie van de aanwezigen gebruik had gemaakt van enige vorm van dienstverlening of hulp de afgelopen maand. Wie op de gestelde vraag ‘ja’ kon antwoorden, mocht gaan zitten. Aan het eind van de korte serie vragen, over gebruik van bijv. huisarts of specialist, tandarts, automonteur, glazenwasser of kinderopvang, stonden er nog slechts twee mensen overeind. Hij concludeerde dat van deze goed (theoretisch) opgeleide beleidsmakers er dus maar weinigen waren die zelfredzaam genoemd konden worden. Zoals hij het noemt: zij konden hun shit uitbesteden. (Armoede uitgelegd aan mensen met geld, o.a. p. 44.)
Met zijn boek wil ‘S Jongers als ervaringsdeskundige een aantal ernstige misvattingen over armoede aan het licht brengen. Bijvoorbeeld: “Armoede is je eigen schuld. Armoede is niet meer dan een gebrek aan geld. Armoede leidt tot domme en ongezonde keuzes.” Hoe de meeste mensen denken over armoede, ontdekte ‘S Jongers, klopt van geen kant. Vandaar deze ‘spoedcursus’ om anders te leren kijken. En vooral: om met ervaringsdeskundigen samen beleid te maken en programma’s op te zetten. Hij hoopt daarmee dat de hulp en ondersteuning vanuit de overheid meer effect zullen sorteren. Hoewel hij flink uithaalt naar bestaande opvattingen, beleid en programma’s, sluit hij elk hoofdstuk af met een (overwegend) positieve blik vooruit: wat er al ten goede verandert en welke mogelijkheden er zijn.
Armoede, chronische stress en gezondheid
Dat arme mensen in Nederland gemiddeld acht jaar eerder dood gaan dan rijke en dat zij nog eens zo’n 15 jaren in minder goede gezondheid doorbrengen, is inmiddels wel bekend. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat van mensen die arm én laagopgeleid zijn slechts 46 procent zich gezond voelt. Voor rijke en hoogopgeleide mensen is dat 85 procent. “Eén op de tien arme laagopgeleiden heeft suikerziekte, ten opzichte van één op de vijftig onder rijke hoogopgeleiden. Bijna een derde wordt belemmerd door pijn, terwijl dat bij rijke hoogopgeleiden om nog geen acht procent gaat.”
Armoede is een zware en veel intellect vragende full-time baan waar bovendien kennis over en inzicht in instanties en bureaucratie een vereiste is. (‘S Jongers, p. 42 e.v.)
Armoede is duur en voor het leven, ook als iemand er uiteindelijk uit “tunnelt”. (‘S Jongers beschrijft met deze uitdrukking (p.98) de moeizame weg uit armoede. Hij geeft hiermee aan dat iemand niet zomaar uit armoede kan klimmen, omdat de spreekwoordelijke maatschappelijke ladder op drijfzand staat. p. 95 e.v.) Dit zijn minder dominante opvattingen dan de eerder genoemde misvattingen. Er zijn talloze preventieprojecten gericht op gezondheid (afvallen, bewegen of stoppen met roken, alcohol of drugs), maar die bereiken de echte doelgroep te weinig. En zolang hun basis niet op orde is, werken deze projecten ook onvoldoende. “35 jaar beleid haalde amper wat uit,” concludeerde de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (wrr) in 2018, “frustrerend – er lijkt geen vooruitgang – en moreel onbevredigend.”
Goed advies voor de regering
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving adviseert de regering over thema’s die spelen op langere termijn. In een recent rapport Van overleven naar bloeien, Bestaansonzekerheid voorkomen en verminderen pleiten de opstellers ervoor om eerst het samenleven te verbeteren en dan de gezondheidszorg. De raad voorziet de koepelterm ‘bestaanszekerheid’ van een definitie die niet alleen inkomen omvat maar ook wonen, werken, erkenning voor je competenties en de mogelijkheid om je leven vorm te kunnen geven. Het ABC (autonomie, betrokkenheid en competenties; er toe doen, jezelf tot volle bloei brengen) hangt samen met gezondheid. Bij sluipende doorwerking en stapeling van problemen ontstaat “corrosive disadvantage” (RVS p. 22); die benadeling grijpt als roest om zich heen.
Volgens een van de leden van de Raad, Pieter Hilhorst, botst de afbouw van de ‘onbetaalbare verzorgingsstaat’ (jaren ‘80) met de opbouw en het gedachtegoed van de ‘participatiesamenleving’ (vanaf 2013). De overheid voorkomt dat je verdrinkt maar leert je niet zwemmen; als de overheid alleen mensen helpt die als laatste redmiddel bij haar aankloppen, is het te laat. Problemen zijn dan al uit de hand gelopen, terwijl zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid vereisten zijn voor het verkrijgen van hulp. Tegelijkertijd mag je kennelijk niet té veel (financiële) hulp aanvaarden van je medemens. Mensen lijken daardoor weinig verder te komen als ze bij de overheid hulp krijgen: zij blijven permanent precair ofwel overlevers. Vaak met veel schaamte terwijl ze zelf niets verkeerd hebben gedaan.
Wat is er nodig?
Een ontplooiingssamenleving zou een mooi streven zijn, met lange termijn investeringen (versus kosten), gericht op bloei en op weerbaarheid, niet op zelfredzaamheid en op korte termijn herstel. Er is een kloof te overbruggen tussen de eisen van het systeem en de vaardigheden van burgers. Dit zou ertoe leiden dat mensen tijdig én voor langere tijd de hulp krijgen die ze nodig hebben, minder lang in onzekerheid leven en minder terugvallen. “Bij iedere aanpassing in stelsels, beleid of uitvoering moet voortaan worden getoetst of deze bijdragen aan 1) ontplooiing, 2) sociale relaties en 3) samenhang in hulp en ondersteuning.” Wellicht kan opvolging van dit RVS-advies bestaansonzekerheid gaan voorkomen en verminderen.
Dit alles resoneert met het pleidooi van Tim ‘S Jongers. Zolang we de ongelijkheid niet echt reduceren, kunnen we een ‘bijzondere overheid’ inrichten. Een overheid met specifieke dienstverlening voor de ongeveer 20% Nederlanders met multiproblematiek, die niet met het huidige systeem overweg kan. Zoals we dat ook hebben met speciaal onderwijs, beschermd wonen en werken. Voor de overige mensen met enkelvoudige of kleine problemen werkt het reguliere systeem prima, daar kunnen we zelfs trots op zijn. Zet er een systeem naast met één gemandateerde hulpverlener per gezin en schakel bovendien meer ervaringsdeskundigen in bij het maken en uitvoeren van (armoede)beleid. En mensen met geld vraagt ‘S Jongers om eens anders te kijken naar mensen in armoede.
Eind 2024 verwacht de Raad een rapport op te leveren: Leven en zorgen binnen planetaire grenzen. De WHO riep klimaatverandering uit tot de grootste bedreiging voor de menselijke (volks)gezondheid. “Planetaire ontwikkelingen zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en vervuiling hebben grote effecten op onze volksgezondheid en samenleving. Dat geldt ook voor de duurzaamheidstransities. [...] In dit advies verkent de RVS hoe volksgezondheid en zorg er in de toekomst tegen deze achtergrond uit kunnen zien en welke stappen hiervoor nodig zijn.” Of dit advies ook specifiek aandacht besteedt aan de 30% Nederlanders die onder of rond het bestaansminimum leven is nog niet duidelijk.
Wat betekent dit als we naar ontgroei kijken?
Eén ding is duidelijk: arme mensen hebben een veel kleinere ecologische voetafdruk dan hun rijke medeburgers. Zij hebben simpelweg geen geld voor vluchten naar verre oorden of vakantiehuisjes in Spanje.
Een sterk argument voor herverdeling! Onze wereld is rijk genoeg om iedereen naar een gelijkwaardig en evenwichtig niveau van welvaart en welzijn te tillen, binnen de ecologische grenzen van de aarde.
Ik wil dat álle Nederlanders weten dat je met ontgroei een bloeiend bestaan kan hebben, met een groeiend sociaal en planetair welzijn. Dit met vele andere waarden en voordelen dan vanuit het huidige onhoudbare economische groeimodel. Laten we samen onze welvaart beter verdelen en een stap richting ontplooiingssamenleving doen, waar iedereen daadwerkelijk dezelfde kansen krijgt.
Monique van Deursen,
gezegende sociale stijger, nooit in échte armoede