- Home
- Inspiratie
- Amitav Ghosh: De Vloek van de Nootmuskaat
Amitav Ghosh: De vloek van de nootmuskaat
Afbeelding
Boodschap aan een planeet in crisis
Onze voormalige nationale held Jan Pieterszoon Coen is voor weldenkende mensen allang van zijn voetstuk gevallen. De genocide op de Bandanezen in 1621 en Coens aandeel daarin wordt nergens meer in twijfel getrokken.
De strijd om het monopolie op de handel in de nootmuskaat vormt het startpunt van het boek ‘De vloek van de nootmuskaat’. Amitav Ghosh laat op indringende wijze zien hoe de Westerse kolonisatie ten grondslag lag aan de huidige planetaire crisis.
De kracht van dit rijke boek ligt voor een belangrijk deel in Ghosh’ vertelperspectief. Hij benadert de geschiedenis vanuit de ervaringen en wereldbeelden van de Bandanezen, Lakota, Yanomamö, Adivasi en andere inheemse volken.
Zo hadden de Bandanezen geen flauw idee wat Coen bedoelde met zijn eis op een wereldwijd handelsmonopolie. Hun eeuwenlange ruilhandel met bezoekers van ver (in de middeleeuwen was de nootmuskaat al bekend in de keukens van Nederlandse hoven) was altijd gebaseerd geweest op wederzijds respect. Er was geen enkele reden om dat op te geven.
Voor ze het in de gaten hadden, werden de Bandanezen massaal afgeslacht. De weinige overlevenden werden tot slaaf gemaakt. Hun overweldigers dwongen hen hun kennis van het beheer van de nootmuskaatbomen te delen met aanvullende slaven van andere eilanden.
De Hollanders baseerden hun rechten op religieus gemotiveerde drogredenen. De vruchten van de aarde waren niet meer dan door God geschonken hulpbronnen, die konden worden ingezet om winst te genereren. En dat gold ook voor de inheemse bevolking.
Ghosh beperkt zich in zijn boek niet tot de tragedie van de Bandanezen, maar laat zien hoe hun geschiedenis slechts één voorbeeld is uit een wereldwijd patroon. Overal zagen kolonisten zichzelf als een superieur ras, en dat het Gods wil was dat de lagere rassen uit de gekoloniseerde gebieden (vaak letterlijk geframed als ‘beesten’ – ‘niet volledig menselijk’) van de aardbodem zouden verdwijnen.
Diezelfde aardbodem, waarmee de Bandanezen en andere inheemse volken met hun animistische levensvisie zo krachtig verbonden waren, werd hen met geweld ontnomen.
Het westerse kolonialisme heeft niet alleen het bestaansrecht van talloze gemeenschappen ondermijnd, maar staat ook aan de basis van de huidige planetaire crisis. Dat heeft alles te maken met de rechten die de kolonisten zichzelf toe-eigenden en die gemeengoed in het westerse denken zijn geworden.
De veroveraars uit Europa beschouwden (de schatten van) de wereld als grondstoffen die ongelimiteerd gewonnen mochten worden voor eigen gewin. Die extractie leidde tot uitputting van de bronnen, vervuiling van bodem en atmosfeer, en het negeren van de belangen van mens en natuur. Dat alles in dienst van macht en rijkdom.
Een treffend voorbeeld is het standaardverhaal over de Industriële Revolutie, waarin de stoommachine een katalyserende rol zou hebben gespeeld. Dat verhaal klopt niet:
Gedurende een groot deel van de Industriële Revolutie bleef water de belangrijkste energiebron voor de Britse en Amerikaanse industrie.
De reden waarom op steenkool draaiende fabrieken aan het begin van de negentiende eeuw hun concurrenten die op water draaiden begonnen te verdringen, was niet dat kolen goedkoper of efficiënter waren. Door waterkracht aangedreven fabrieken waren even productief en veel goedkoper om in bedrijf te houden dan fabrieken die op steenkool draaiden. Het was eerder om sociale dan om technische redenen dat stoommachines de overhand kregen: bijvoorbeeld omdat door steenkool aangedreven machines hun eigenaren in staat stelden hun fabrieken te vestigen in dichtbevolkte steden, waar goedkope arbeidskrachten makkelijk beschikbaar waren.
[…]
Kortom, fossiele brandstoffen zijn vanaf het begin verweven geweest met het menselijk leven op een manier die de macht van de heersende klasse versterkt. Deze dynamiek wordt perfect uitgedrukt door de dubbele betekenis van het Engelse woord ‘power’, dat het idee van energie ‘als een natuurkracht’ combineert met ‘power’ als een relatie tussen mensen, een autoriteit, een structuur van overheersing.’
(p. 119-120)
De planetaire crisis vindt zijn wortels in (westerse) koloniale en neokoloniale machtswellust, die nu ook in het mondiale Zuiden door de eigen elites omarmd wordt. De erfgenamen van de koloniale ‘winnaars’ walsen met hun aanhoudende honger naar groei van welvaart en macht nog steeds over de nazaten van de ‘verliezers’ heen.
En in hun narratief doen die winnaars alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is.
Maar de wereld slaat terug, op een wijze die aanhaakt op de zekerheid van inheemse, animistische volken dat de aarde bevolkt wordt door oneindig veel levende, bezielde entiteiten; niet alleen mensen, dieren en planten, maar ook het land, de bergen en de rivieren. De planetaire catastrofe brengt ‘nieuwe’ niet-menselijke actoren in het spel, die geschiedenis schrijven: bacteriën, virussen, gletsjers, bossen, de straalstroom. Ze hebben zich ontworsteld aan hun stemloosheid en eisen de aandacht op.
Het westerse denken heeft die bezieldheid weggerationaliseerd, geridiculiseerd. Er is geprobeerd het met wortel en tak uit te roeien. Niet alleen op de Banda-eilanden of de grote Amerikaanse vlaktes, maar ook in Europa. Ghosh trekt een parallel met de heksenvervolgingen, die plaatsvonden in dezelfde periode waarin het kolonialisme opkwam. En ook die werden gelegitimeerd vanuit het (evenmin rationeel te onderbouwen) christelijk geloof.
Ghosh pleit voor een vitalistische politiek, gericht tegen het commodificeren van de Aarde en haar bewoners. Er is een groeiende beweging om Gaia weer een stem te geven – een eigen, letterlijke stem.
Doordat tot ons doordringt dat de toekomst radicaal onzeker is geworden, krijgt de vitalistische politiek de wind in de rug. Steeds meer overheden kennen rechten toe aan bergen of rivieren. Het verweer van Standing Rock tegen de Dakota Access Pipeline haalt zijn kracht uit de vitalistische gedachte dat we ‘al onze verwanten’ (inclusief de rivieren, bergen, dieren en geesten van het land) moeten beschermen.
De veelvoudige destructieve gevolgen van de kolonisatie worden door Ghosh uitgebreid uitgelicht. Dat die niet alleen in het mondiale Zuiden gevoeld worden, maar nu ook steeds duidelijker als een boemerang op de Westerse wereld terugslaan, noemt Ghosh ‘De vloek van de nootmuskaat’.
Amitav Ghosh: De vloek van de nootmuskaat; Boodschap aan een planeet in crisis
Engels origineel 2021
Nederlandse vertaling 2023
ISBN: 9789045048123
Recensent Gerard Sonnemans
Onafhankelijk burger